Communicatie



De een draait er zijn hand niet voor om, een ander krijgt het Spaans benauwd bij de gedachte alleen al. Elk mens heeft een eigen wijze van communiceren. De spraakwatervallen glunderen bij het geluid van hun eigen stem en nemen aan dat de luisteraar hun enthousiasme deelt. Bij de fluisteraars gaat de stem verloren onder het zachte ruisen van een zomerbriesje. De hakkelaars kunnen hun gedachten niet onder woorden brengen, de twijfelaars stellen hun verhaal telkens bij, de 'hardgetaalden' vlammen hun zinnen over je heen als een lavastroom en de uitweiders moeten elk detail aankaarten totdat de ontvanger uiteindelijk zuchtend diens horloge raadpleegt. Tegenover deze types staan de timide, introverte mensen die zich hopen te versmelten met de achtergrond waar ze onzichtbaar en veilig zijn.

Natuurlijk zijn er ook combinaties mogelijk. Hoe iemand communiceert ligt aan de persoon met wie geconverseerd wordt, het gevoel, de omgeving, stemming, eerdere ervaringen en dagindeling.

Communicatie is lastig, omdat het grotendeels non-verbaal is. Daarbij is het verbale aspect vaak tegengesteld aan het non-verbale. Tijdens een gesprek wordt een scala aan ongemeende beloftes uit de hoed getrokken - met name bij de afsluiting - uit beleefdheid of gewoonte. Er worden waarheden opgesmukt, feiten verdraaid en zaken ingevuld. Men verwacht dat je al deze informatie juist interpreteert en ook nog eens op een gepaste en verwachte wijze reageert. Voor dit alles heb je een aanzienlijke skillset nodig. Je moet tussen de regels door kunnen luisteren, onder de woorden iemands gezichtsuitdrukking goed inschatten en gebaren linken aan woorden en mimiek. Het is multitasking in sneltreinvaart: luisteren, denken, anticiperen, verwerken, begrijpen, reageren en, eigenlijk, meevoelen met de ander, want communiceren is spiegelen. Je hoort te reflecteren wat je gesprekspartner zegt door te reageren met de juiste gezichtsuitdrukking, gebaren en woorden. Een 'verkeerde' uiting kan leiden tot miscommunicatie met onbegrip, afwijzing en boosheid.

In het veld
Het analyseren en omschrijven van communicatie lukt me prima, maar hoe doe ik het zelf in de praktijk? Wel, binnen mijn eigen communicatiegebied blunder ik met regelmaat zonder me er bewust van te zijn.

Ik verfoei smalltalk, raak verveeld wanneer het onderwerp me niet boeit en heb nooit een Oscar gewonnen voor het verdoezelen van mijn verveling. Ik reageer niet, hum wat, of stap zonder blikken of blozen over naar een onderwerp wat me wel interesseert.

Als ik me ergens geen voorstelling bij kan maken, zeg ik dat eerlijk. Toch probeert het gros van de sprekers hun omschrijving te verduidelijken met nog meer details. Vaak wekt dit frustratie op tot over mijn irritatiegrens heen. Ik ben visueel ingesteld; antwoorden op een abstract hersenspinsel heeft geen zin. Google even op afbeeldingen, zodat ik kan zien wat er bedoeld wordt.

Verrassingen zijn niet aan mij besteed: ik vind het zonde van het geld of ik had liever iets anders gewild. Daarnaast lukt het mij niet om blij te zijn met een verrassing die nog niet is ingevuld.

Informatie verzamelen? Geen probleem. Ik ben betrokken en gefocust op het doel. Wanneer dat is bereikt, ben ik er meteen klaar mee. Informatie geven doe ik blijkbaar te pas en te onpas. Ik meng me in gesprekken als ik dingen opvang die niet kloppen, of als ik belangrijke informatie kan verschaffen.

Ik deel graag kennis en leg alles correct, beeldend en duidelijk uit, zodat men zich betrokken voelt tot de materie. Dit wordt automatisch doorgetrokken naar mij als persoon. Helaas... kennis delen heeft een doel, het is functioneel. Dit wil niet zeggen dat ik een sociaal gesprek aan wil gaan.

Humor moet kloppen. 'Het was maar een grapje' houdt bij mij geen steek. Ik analyseer de 'fouten' in een grap en ga deze vervolgens breed uitmeten. Bij simpele grappen mis ik de voor de hand liggende clou, omdat ik veel te ver denk. Ik pak alles letterlijk op, zeker als het met een serieuze blik wordt gebracht, waardoor ironie en bepaalde opmerkingen aan me voorbijgaan. Geef mij maar woordgrappen en intelligente humor.

Maar... mijn Magnum Opus bestaat uit duidelijkheid, functionaliteit, detailgerichtheid, feiten en logica. 

Ik kom terug op onderwerpen die voor anderen allang zijn afgerond. Dit kan enkele minuten of uren later zijn, de dag erna of zelfs de week erop als iets niet duidelijk of logisch is. Het hoe, wat, waarom, waar, wie en wanneer zijn cruciaal voor me. Stuur me niet naar de winkel met een onvolledig boodschappenlijstje. Schrijf op wat ik nodig heb: welk merk, welke smaak, de inhoud, verpakking en het aantal. Het liefst weet ik ook van tevoren waar ik het kan vinden.

Ik merk alle onjuistheden op. Een film moet op pauze, opdat ik mijn bevinding kan bespreken. Plots raad ik ruim voor afloop. Op een vreemde manier kan ik motieven in films wel achterhalen en de acteurs 'lezen'. Waarschijnlijk omdat film eenrichtingsverkeer is en ik niet ad hoc hoef te reageren.

Wat verder fundamenteel is: alles moet kloppen, alles moet een doel en functie hebben. Elk detail is van belang, ook al maakt het in het grote geheel geen verschil uit. Alles moet afgerond worden. Hierdoor vergeet ik de behoeften, gevoelens en verwachtingen van mensen om me heen. Ik hoor en zie niets als ik ergens mee bezig ben. Met verdriet weet ik me geen raad. Ik uit mijn troost in logica.

Observatie
Ik doe mijn uiterste best niemand voor het hoofd te stoten. Desondanks word ik soms als tactloos bestempeld. Waarom is het delen van feiten tactloos? Een bewezen feit is absoluut. Hoe kan dit beledigend zijn? Wetenschap is niet gericht op mensen onderuithalen: het baseert zich op kennis.

Opsmukken of verdraaien van de waarheid? Waarom mag je niet eerlijk zijn? Ik kan niet liegen en zeggen dat het goed gaat, puur omdat het een standaardantwoord is.

Ook vervelend: mensen nemen aan dat ik me verdedig, terwijl ik simpelweg mijn uitleg verduidelijk. Ik ben nu eenmaal erg specifiek. Voor mij is het lastig wanneer mensen juist niet duidelijk zijn. Het stoort me dat personen niet luisteren, waardoor er fouten gemaakt worden. Verder vind ik het moeilijk als anderen het belang van iets niet inzien. 

Ik kan me, langdurig, erg boos of gekwetst voelen door een opmerking. Ik wil weg, moet mijn tranen of mijn woorden inslikken om escalatie te voorkomen. Zo haatte ik het om op de werkvloer niet mezelf te kunnen zijn. Collega's vonden mij accuraat, betrokken, slim en allround, maar ook betweterig en bemoeizuchtig. Ik denk aan efficiƫntie, de kwaliteit van het product en niet aan hun gevoelens. Bij bekenden ga ik soms over mijn grenzen heen om ze niet teleur te stellen, of ik ben weer te eerlijk. Af en toe zeg ik alles wat ik denk, meestal echter niet eens een kwart ervan. In het gezelschap van vrienden kan ik heel gezellig zijn, maar globaal ben ik erg terughoudend.

Conclusie
Wat ik ervaar is dat ik communicatie zwaar vermoeiend vind. Het is altijd zoeken naar de context, de juiste respons, het inschatten van andermans gevoelens, bedoelingen en verwachtingen. Voor mij een eeuwigdurende multiplechoicetest met blanco antwoorden. 

Deze blog is geschreven op 10-07-2017 ter voorbereiding op de communicatietraining waaraan ik deelnam.







Reacties